Aardingssystemen vormen een cruciaal onderdeel van de elektrische infrastructuur van een gebouw. Ze zorgen ervoor dat overspanningen, zoals die veroorzaakt door blikseminslagen of stroomstoringen, veilig worden afgevoerd naar de grond. Zonder een goed functionerend aardingssysteem kunnen elektrische installaties beschadigd raken en ontstaat er een verhoogd risico op brand of gevaar voor mensen.
Maar hoe vaak moeten aardingssystemen zoals veiligheidsaarding eigenlijk gecontroleerd worden? En wat houdt zo’n controle precies in? In deze blog leg ik uit waarom regelmatige inspectie en onderhoud essentieel zijn, en geef ik richtlijnen voor een veilige en betrouwbare werking van je aardingssysteem.
Waarom is het controleren van aardingssystemen belangrijk?
Aardingssystemen hebben als taak om overtollige elektriciteit veilig af te voeren. Dit lijkt misschien vanzelfsprekend, maar zoals bij elke technische installatie kan de werking van een aardingssysteem in de loop der tijd verminderen. Er zijn verschillende factoren die de effectiviteit van een aardingssysteem beïnvloeden, zoals:
- Corrosie: Aardingssystemen, vaak bestaande uit metalen componenten, zijn gevoelig voor roest en corrosie, vooral als ze in vochtige grond zijn geplaatst.
- Grondveranderingen: Veranderingen in de samenstelling of het vochtgehalte van de grond kunnen de geleidbaarheid van het aardingssysteem beïnvloeden.
- Mechanische schade: Graafwerkzaamheden, verzakkingen of slijtage kunnen onderdelen van het systeem beschadigen.
- Veroudering: Net als elke andere installatie, hebben aardingssystemen een beperkte levensduur en kunnen ze na verloop van tijd minder effectief worden.
Door regelmatige controles voorkom je problemen voordat ze ontstaan en zorg je ervoor dat het systeem betrouwbaar blijft functioneren.
Hoe vaak moeten aardingssystemen worden gecontroleerd?
De frequentie van de controles hangt af van het type installatie en het gebruik ervan. Hier zijn enkele algemene richtlijnen:
1. Jaarlijkse visuele inspectie
Een visuele inspectie van het aardingssysteem moet minimaal één keer per jaar plaatsvinden. Controleer op duidelijke tekenen van corrosie, slijtage of schade aan de aardelektroden en verbindingen. Deze controle kun je laten uitvoeren door een specialist, maar je kunt ook zelf een snelle check doen om opvallende problemen te signaleren.
2. Periodieke metingen (eens per 3 tot 5 jaar)
Naast de visuele inspectie is het belangrijk om de werking van het aardingssysteem te testen. Dit gebeurt met behulp van meetapparatuur die de weerstand van de aarde meet. De exacte frequentie hiervan kan variëren afhankelijk van de installatie, maar een algemene richtlijn is eens per 3 tot 5 jaar. Voor gebouwen met gevoelige apparatuur, zoals ziekenhuizen of datacenters, kan een jaarlijkse controle noodzakelijk zijn.
3. Na grote veranderingen of storingen
Als er grote wijzigingen in de elektrische installatie zijn uitgevoerd of als er sprake is geweest van een blikseminslag of stroomstoring, moet het aardingssysteem opnieuw worden gecontroleerd. Dit zorgt ervoor dat het systeem nog steeds optimaal functioneert en voorkomt onverwachte problemen in de toekomst.
Wat houdt een controle in?
Bij een controle van het aardingssysteem worden verschillende stappen doorlopen:
- Visuele inspectie: Controle van de aardingskabels, verbindingen en aardelektroden op schade of slijtage.
- Weerstandsmetingen: Testen van de aardingsweerstand om te controleren of deze binnen de veilige normen ligt.
- Controle van potentiaalvereffening: Bij systemen met potentiaalvereffening wordt gecontroleerd of alle geleidende delen nog goed met elkaar verbonden zijn, zodat er geen spanningsverschillen kunnen ontstaan.
- Rapportage: Na de controle wordt een rapport opgesteld waarin staat of het systeem voldoet aan de normen en wat er eventueel moet worden aangepast.
Tips om je aardingssysteem in topconditie te houden
- Laat controles uitvoeren door een specialist. Een ervaren installateur heeft de juiste apparatuur en kennis om problemen vroegtijdig te signaleren.
- Houd een logboek bij. Noteer wanneer de laatste inspectie is uitgevoerd en welke werkzaamheden zijn uitgevoerd.
Wees alert op tekenen van problemen. Als je merkt dat er spanningsproblemen zijn of dat apparatuur regelmatig storingen vertoont, kan dit wijzen op een probleem met het aardingssysteem.